“Fier op deze restauratie"
Katrien Deckers coördineert de restauratiewerken in Abdij van Park. Die begonnen in 2011 en eindigen in 2025. “Leuvenaars appreciëren deze restauratiecampagne. Het is hun abdij: ze zijn er fier op.”

Katrien Deckers, met obligate helm op haar hoofd, leidt ons rond op de werven in de abdij. De expert Monumentenzorg vertelt honderduit over vroeger en nu, waar we op heel wat plaatsen progressie zien. Zelf leerde ze de abdij kennen in 2007, het jaar dat de Mariapoort onder handen genomen werd.
“Dat poortgebouw was mijn eerste werf bij de stad Leuven”, steekt Katrien van wal. “Het monument was redelijk verwaarloosd, maar het was een interessant project. We hebben onder meer een paar gewelven opnieuw gemetseld - dat gebeurt niet vaak meer. We hebben ook het bestaande dak van de Mariapoort vervangen door een nieuw, met hout samengesteld spant. Na de restauratie heeft de Alamire Foundation er dan zijn intrek genomen.”
Stroomversnelling in 2011
In september 2011 kwamen de werken in Abdij van Park in een stroomversnelling. “We kregen van toenmalig minister Bourgeois 25 miljoen euro subsidie voor de totale restauratie. Voordien was het zo dat we voor elk restauratieproject een subsidiedossier moesten indienen. Maar dat jaar kwam de abdijsite in erfpacht bij de stad Leuven en konden we echt aan de slag”, aldus Katrien.

De stad Leuven werkte een masterplan uit voor de restauratie, inrichting, herbestemming en ontsluiting van de abdij. Katrien volgt de werven van nabij op. “Ik sta erop om als bouwheer aanwezig te zijn op de site. De Abdij van Park is trouwens niet de enige werf onder mijn hoede: ik volg ook de Sint-Michielskerk, de salons van het Stadhuis, Keizersberg…”
Perikelen met Parkwegbrug
De eerste abdijgebouwen die gerestaureerd werden, waren de watermolen (nu de brasserie) en de aanpalende Sint-Janspoort. “Daarna hebben we de daken geïsoleerd en voorzien van een nieuwe dakbedekking, waarna de grote werf van de westvleugel volgde. Daar opende PARCUM, eind 2017.”
Die werken liepen niet altijd van een leien dakje, temeer omdat de Parkwegbrug werd afgesloten. “We wisten op voorhand dat die brug cruciaal was. Toen er 3-4 werven in de steigers stonden, brokkelden er echter stenen af. We hebben toen Infrabel verwittigd en die besliste de brug af te sluiten. Op een week tijd waren we onze belangrijkste toegangsweg kwijt”, zucht Katrien.
Aannemers konden de Abdij van Park geruime tijd niet meer bereiken, want de historische poorten zijn niet hoog genoeg voor werfverkeer. “We hebben toen alle mogelijke alternatieven bedacht – op een bepaald moment kwam zelfs ter sprake om de vrachtwagens over de vijverdijken te sturen”, lacht Katrien. “Dankzij de BoerEnCompagnie kwam er alsnog een tijdelijke werfweg, die werd aangelegd op een van hun velden, langs de Abdijstraat.”

“We blijven ontdekkingen doen”
“De Abdij van Park is natuurlijk een unieke site om te mogen restaureren”, vervolgt Katrien. “We bewaren het bestaande materiaal maximaal en restaureren de rest van de gebouwen volgens de ideeën van weleer. We vormen een hecht team: werftoezichters, ingenieurs, architecten, de toeristische dienst… Ik heb de voorbije jaren ook enorm veel bijgeleerd van de groendienst.”
Nog niet zo lang geleden was de abdij een ontoegankelijke site waar slechts enkele paters woonden, maar vandaag de dag is ze springlevend. “Bij de restauratiecampagne trachten we de nieuwe functies maximaal te laten aansluiten bij de functie van het gebouw van weleer. De Tiendenschuur wordt geen feestzaal, maar blijft een schuur. In de stallen komen terug koeien te staan. De molen maalt graan, die de brouwer en de bakker dan weer kunnen gebruiken. En in tussentijd blijven we ontdekkingen doen, zoals vroegmiddeleeuwse muurschilderingen en troggewelven, waar we een deel van hebben vrijgelegd.”

De restauratie is een erg belangrijke fase in de geschiedenis van Abdij van Park. “Het zichtbare, publieke deel zal vanaf 2021 echt tot zijn recht komen. Intussen tonen we mensen hoeveel werk we erin steken, en met welk respect dat gebeurt. Het mooiste compliment kwam van een man die zei: “Ik weet nu dat mijn geld goed besteed wordt.” Leuvenaars appreciëren deze restauratiecampagne. Het is hun abdij, ze zijn er fier op.”
Gids Katrien
Ondanks het feit dat Katrien hier dagdagelijks werkt, blijft ze ook in haar vrije tijd terugkeren naar de abdij. “In het weekend loop ik graag nog eens langs de Abdijwinkel om groenten en fruit te kopen. En als ik hier mensen mee naartoe neem, valt hun mond meestal open van verbazing. De abdij is echt een verborgen parel van wereldklasse. Ik gids hen dan een beetje rond - als ik op pensioen ben, kan ik hier misschien nog komen gidsen en alle straffe verhalen van de werven vertellen”, knipoogt Katrien.