Weerstation in Abdij van Park meet temperatuureffect van groen
De KU Leuven, de stad Leuven en de vzw ‘Leuven 2030’ onderzoeken het “hitte-eilandeffect” in Leuven. Dat gebeurt aan de hand van een netwerk van weerstations. Sinds kort staat er ook een weerstation in de Conventstuin van Abdij van Park.

Door de klimaatverandering stijgen de temperaturen wereldwijd. Dat effect voelen we in steden des te meer, vanwege het zogenaamde hitte-eilandeffect. “In de stad zijn veel donkere materialen, zoals baksteen en asfalt”, duidt klimaatwetenschapper Hanne Wouters (Leuven 2030). “Die materialen houden warmte vast, die 's nachts weer wordt afgegeven. Daardoor koelt de stad minder goed af dan het platteland."
De stad Leuven wil dat hitte-eilandeffect nu meten, want tijdens hittegolven verhoogt dat effect het risico op ziekte en sterfte. “Ons lichaam moet 's nachts kunnen recupereren van de hitte. Als de temperatuur niet genoeg daalt, heeft dat een negatief effect op onze gezondheid. Vooral kwetsbare groepen lijden daaronder”, legt Wouters uit.

Weerstation aan de vijvers
Samen met de KU Leuven en de stad Leuven is Leuven 2030 een onderzoek gestart om het effect van het groen in kaart te brengen. Met weerstations in de stad en daarbuiten meten ze de temperatuur, zowel overdag al ’s nachts. “Zo kunnen we zien hoe het hitte-eilandeffect speelt”, stelt Wouters.
Ook aan de vijvers van Abdij van Park staat sinds kort een weerstation. Stel je daar niets spectaculairs bij voor: het is meer een soort lantaarnpaal. Dit station dient om de vergelijking te maken tussen temperaturen op een groenere site en die in de stadskern, waar minder groen aanwezig is.
“Door die temperaturen nauwkeurig op te volgen, kunnen we aangeven waar de stad werk moet maken van bijvoorbeeld vergroening, om de hitte te dempen. Een grote, gezonde boom heeft hetzelfde koelend vermogen als tien airco's”, weet Wouters.