Philippe en Geert, "de mannen van 't kerkhof"
“Het moet bovenal proper zijn.” Aan het woord is Philippe Vanlaenen, de man die al 30 jaar het kerkhof van de Abdij van Park onderhoudt. Samen met zijn zoon Geert zorgt hij ervoor dat de begraafplaats er piekfijn bij ligt.

Als je de Bondgenotenlaan durft vergelijken met de Champs-Élysées, kan het kerkhof van de Abdij van Park het Leuvense ‘Père Lachaise’ genoemd worden. Op dit intiem kerkhof liggen Leuvense legendes begraven, zoals chansonnier Zjef Vanuytsel en oud-premiers Geens en Eyskens.
“Ik werkte op de stadsbegraafplaats toen ik dit kerkhof leerde kennen”, herinnert Philippe (58) zich. “Ik kwam hierheen om een monument naar de Philipssite te verhuizen. Ik heb toen kennis gemaakt met Fons, de toenmalige grafmaker, en pater Amandus De Rycke. Heel aangename, plichtbewuste mensen.”
Met een vuurmaker
“Soms hielp ik Fons, voor de begrafenissen. Dat was begin jaren negentig nog zuiver manueel werk. Fons was hier dan ’s nachts in de weer om de voorbereidingen te treffen, met een vuurmaker om de grond los te weken. Vergeet niet dat we toen andere winters dan nu beleefden”, weet Philippe.

In 1999 werd Philippe verantwoordelijk voor het kerkhof. “Pater Jans heeft me aangenomen. Ik sta in voor het onderhoud van het abdijkerkhof, samen met mijn zoon. We zorgen er ook voor dat hier begrafenissen kunnen plaatsvinden. Gelukkig hebben we daar nu graafmachines voor”, lacht hij.
“Op elkaar ingesteld”
Zoon Geert (36) is sinds 2008 zijn rechterhand. “Ik heb eigenlijk altijd bureauwerk gedaan, maar toen mijn vader een tweede werkkracht zocht, heb ik niet lang getwijfeld. Het is een belangrijke taak, vind ik: je zorgt er mee voor dat mensen een mooi afscheid kunnen geven aan hun dierbaren.”
Geert en Philippe zijn dagelijks in de weer voor de paters-norbertijnen en doen ook klusjes voor hen. “Dat gaat van een schilderij ophangen tot de kerk opkalefateren. We verzorgen ook de schapen en het paard van de paters”, vertelt Geert.
Vader Philippe lacht. De twee hebben weinig woorden nodig, zoals tijdens een werkdag: “We zijn op elkaar ingesteld. Ieder kent zijn taak. Die automatismen zorgen ervoor dat we niets vergeten”, aldus Geert.

Allerheiligen
“Het moet bovenal proper zijn”, vult Philippe aan. “Zeker tegen Allerheiligen moet het hier picobello zijn. Die voorbereidingen starten eind september: we wieden onkruid, harken de wegen… De nazorg duurt tot in december. We halen dan alle planten weer van het kerkhof en vullen de gaten op.”
Of ze soms complimenten krijgen voor hun werk? “Soms bedankt men ons, bijvoorbeeld na een begrafenis. Maar ik hoef geen lauwerkrans. Je komt naar een kerkhof om alleen te zijn, met je geliefden. Zien dat alles er proper bij ligt: dat geeft mij de meeste voldoening”, besluit Geert.