Ontmoet Lisa, archeologe van de abdij

"Wij voegen zaken toe aan de geschiedenis van de abdij"
Lisa Van Ransbeeck is als archeoloog kind aan huis in Abdij van Park. Ze zocht onder meer naar restanten van de oude romaanse kerk, links van de huidige Sint-Jan-de-Evangelistkerk. “Er moeten hier schatten in de bodem zitten.”
Stadsarcheoloog Lisa Van Ransbeeck (34) werkt sinds februari 2018 voor de stad Leuven. Vorig jaar belandde ze voor het eerst op de abdijsite, al kende ze Abdij van Park wel al van naam. “Een vriend van me vertelde dat het hier de mooiste plek is om te wandelen. Het was uiteindelijk het werk dat me hierheen leidde, en ik moet eraan toevoegen dat het ook een supermooi decor is om je boterhammetjes op te eten”, lacht ze.
Onderzoek aan de kerk
Lisa voerde afgelopen zomer archeologisch onderzoek uit aan de kerk, in de tuin van de norbertijnen. “Ik onderzocht het deel naast de kerktoren. De verwachting was dat we daar de funderingen van de oude, romaanse kerk zouden aantreffen. Er zijn namelijk verschillende bouwcampagnes geweest die steeds hun stempel drukten op het uitzicht van de abdij. De campagne uit de 18de eeuw heeft bepaald hoe we de abdij nu kennen”, duidt Lisa.
“Eén van de opvallendste werken in die periode is de aanpassing van de abdijkerk. Daarvan heeft men o.a. een dwarsarm verwijderd. Erg gewaagd, want dat bracht grote werken met zich mee. Het waren structureel ingrijpende veranderingen, zeker voor de 18de eeuw. Ik weet niet hoe bouwvallig het hier toen was, maar het was een gigantisch project om mee te zijn met de mode van de tijd. Dat is dus van alle tijden”, knipoogt ze.
Verschillende leefniveaus
Lisa en haar team schraapte de bovenste grondlaag weg met een kraan. “Daarop keken we naar verkleuringen in de grond en naar funderings- en muurresten. Zodra we die spotten, wordt het handwerk.”
“Als archeoloog probeer je de verschillende leefniveaus van een ruimte bloot te leggen”, legt Lisa uit. “Soms zit daar een groot verschil op, zoals 40 centimeter om een nieuwe vloer te leggen, maar soms is dat maar 2 centimeter. We noteren en fotograferen onze bevindingen, waarop we verdergaan met een truweel en borsteltjes. Binnen een grafkuil gaan we tot de skeletten.”
De restanten van de romaanse kerk heeft Lisa niet met zekerheid ontdekt. “Maar er bleken wel wat grafkuilen te zijn. Opmerkelijk, want het kerkhof ligt aan de noordzijde. Maar het werd al gauw duidelijk dat er ook begravingen zijn gebeurd naast de kerk. Misschien was die plek voorbehouden aan kloosterlingen, personeelsleden…”
Schatten in de bodem
Lisa en haar team onderzoeken nu wie er begraven lag. Hoe ze dat doen? “Op basis van de beenderen doen we analyses en uitspraken over geslacht, de leeftijd waarop ze gestorven zijn, etcetera. Als daaruit blijkt dat er vrouwen bij zijn, kan het bijvoorbeeld personeel zijn. Misschien kunnen we ze ook dateren. Dat wordt wel niet evident, want het eten van vis kan koolstofdatering verstoren. En met die vijvers hier…”, lacht Lisa.

Beetje luguber wel, nee? “Als archeoloog ben je dat gewend. Er worden trouwens heel wat archeologische onderzoeken uitgevoerd in het kader van de restauratie. Ik ben vaak aanwezig om advies in te winnen, maar soms ook puur uit interesse. Er moeten hier schatten in de bodem zitten”, stelt Lisa.
"Ook paters onder de indruk"
“De abdij is een uniform geheel, maar er zijn veel latere toevoegingen. Van alle gebouwen die hier staan, zijn er voorlopers. De kerk bijvoorbeeld was eerst een romaanse kerk met een kruisplan. We hebben oud kaarten die een aanwijzing geven van hoe de funderingen eruit zagen.”
“Hoe het vroeger was, heeft mij altijd geïnteresseerd”, vervolgt Lisa. “De combinatie van het materiële, de detailverhalen in plaats van de grote lijnen... Ons werk zorgt voor een rechtstreekse link met het dagelijkse leven. Wij voegen bovendien ook nog zaken toe aan de geschiedenis van de abdij. Daarom zijn de paters ook al een aantal keer komen kijken tijdens de werken. Ook zij waren onder de indruk – ons werk plaatst alles in perspectief”, besluit ze.